dinsdag 26 april 2016

Blended Learning past niet in de traditionele onderwijscultuur

Onderzoek naar de toekomst van online onderwijs door een wereldbekende Amerikaanse hogeschool, het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Cambridge (Massachusetts), bepleit een weloverwogen mix van digitaal en klassikaal contactonderwijs[1]. Dit is ook wel bekend onder de naam ‘blended learning’. De vrees die leeft bij vele docenten dat technologie weldra hun werk zal overnemen, neemt het onderzoeksrapport weg. Volgens het rapport is de computer – in elk geval voorlopig – niet in staat om de ‘unieke bijdragen’ van leraren te vervangen. De techniek mist een stuk menselijk bewustzijn en ervaring, creativiteit, expertise en persoonlijkheid wat invloedrijke kenmerken zijn van een docent in het leerproces van de leerling. De onderzoekers bepleiten vooral een focus op mensen en leerproces en niet zozeer op technologie. 

Herkenbaar is het TPACK model van Koehler en Mishra (2008) dat in de kern de integratie bepleit tussen  vakinhoudelijke, didactische en technologische kennis, zonder voor te schrijven hóe een docent dat zou moeten doen.  Maar TPACK lijkt milder gestemd over de tekortkomingen van technologie, omdat het in principe uitgaat van een optimale combinatie tussen de 3 factoren uit het model. Het is misschien ook net hoe je het leest: the value that online education can bring…”. Welke klemtoon krijgt ‘can’ in deze zin? Wat verder uit het rapport en in reacties op de resultaten naar voren komt, is dat goed kwalitatief onderwijs staat of valt met hen die hen geven. En zijn de huidige docenten voldoende in staat om dit optimaal blended vormgegeven onderwijs te ontwerpen? ‘Nee, dat vraagt vooral om onderwijskundige ingenieurs’. Iemand die zijn wetenschappelijke kennis toepast voor onderwijskundige vraagstukken en met technologie. 

Het lijkt erop dat het antwoord van de onderzoekers op de gestelde vraag komt vanuit de meer traditionele onderwijscultuur: het ‘mee laten denken’ en samen ontwikkelen op verschillende niveaus (docenten, onderzoekers, schoolopleiders, studenten) zit nog niet sterk in de onderwijscultuur opgenomen. Daarom een pleidooi voor integratie van 21st century skills in de onderwijspraktijk van de docenten: ‘Teach as You Preach’ en samenwerken met opleidingsscholen, lectoraten en kenniscentra. En niet wachten tot een volgend befaamd onderzoek, de 21e eeuw is al even bezig!





[1] Website Inside higher ED, Via http://ihenow.com/1UfxoAfer, geraadpleegd op 26 april 2016

dinsdag 19 april 2016

Expliciet redeneren over ICT gebruik, hoe doe je d(eb)at?

“Wat leuk en interessant dat we in de minor Leren met ICT werkvormen toepassen die niet met ICT gedaan worden!”.  Een spontane uitroep van een deelnemer na een debat over ICT gebruik in het onderwijs. Het debat is in het college van vandaag als experimentele werkvorm didactisch ingezet om meerdere redenen, die niet specifiek verbonden zijn aan onderwijs met ICT. Zo stelt de SLO (2010): “Het debat kan gezien worden als een didactische werkvorm waarin meerdere vaardigheden worden aangeleerd en vooral actief worden toegepast.” Leerdoelen voor de les van vandaag waren dat studenten zowel individueel als in groepsverband een (toebedeeld) standpunt overtuigend en onderbouwd kunnen verdedigen en dat ze kunnen luisteren naar anderen, zich kunnen inleven in elkaar en respectvol kunnen reageren op elkaars meningen. 

 (afbeelding via Pixabay.com)

Tot zover niet direct ICT gerelateerd. De essentie omtrent ICT gebruik was echter een werkvorm die al eerder had plaats gevonden: een excursie naar een school met een duidelijke visie op ICT en meerdere jaren ervaring met ICT in de klas. Het debat werd daarmee eigenlijk een middel en niet een doel op zich. Wat hadden de studenten nog van het schoolbezoek onthouden? In het debat oefenden ze bovendien hun opvattingen te expliciteren. In diverse literatuur wordt gewezen op het belang van expliciteren: effectief redeneren voor het eigen professioneel handelen (Glaudé et al., 2011; Annink, 2015; Voogt, van Braak, Verplanken, Heitink, de Jaeger en Fisser, 2015). Dit type redeneren wordt ‘beroepsmatig redeneren’ genoemd. In het onderzoek van Voogt et al. (2015) bepleiten de onderzoekers docenten te leren expliciet te redeneren over ICT gebruik.

In het eerste gedeelte van de les werd het TPACK model van Mishra en Koehler (2006) in een ander daglicht geplaatst: een weloverwogen inzet van een niet-ICT vorm voor een ICT gerelateerde content. Het laatste gedeelte van de les was een evaluatie van inhoud en vorm en sloot in stijl2.0 af bij de Kennisbasis ICT:  thema 4 ‘Didactisch handelen’, evalueren van onderwijs. De web2.0 toepassing Mentimeter werd flink op zijn (functionele)staart getrapt met de vele mogelijkheden die deze tool inmiddels gratis verstrekt: woordwolk, matrix, scales en het ‘oude en vertrouwde’ meningen peilen. Een beknopt overzicht van resultaten volgt nu. 

De studenten...
  • -          vinden dat de meerwaarde de voornaamste reden is om met een device in de klas te werken;
  • -          ervaren voldoende kennis over het kunnen werken met een device in de klas;
  • -          zien het werken met een device bovendien als een ontwikkeling met kansen;
  • -          vinden de device een duidelijke meerwaarde voor zowel hun rol als docent in het algemeen en coach in het bijzonder.
Heel positief gestemd, vooruitstrevend en duidelijk tot zover. De laatste vraag over de werkvorm ‘debat volgens het Lagerhuis principe’ zal de gemoederen echter wat langer bezig houden. “Wat vonden jullie van de werkvorm?”. Antwoord: “Anders”.

Tja. Hoe (anders) deze ‘learning analytics’ te duiden? Laten we maar net zo filosofisch eindigen en Socrates citeren: “Door enkel goede vragen te stellen kan de leraar de kennis naar boven halen die al in ieder mens zit”. Aan de lezer het laatste oordeel. 

donderdag 7 april 2016

Attitude en Didactisch handelen: zorg dat ICT (voor je) werkt!

Herkenbaar wat Richard Byrne op zijn blog via http://www.freetech4teachers.com/ stelt. Hoe vaak komt het niet voor dat we ergens aan beginnen, maar er soms al vrij snel mee ophouden. Hij beschrijft zijn ervaringen in dit verband over het gebruik van blogs en de gevoelde meerwaarde ervan: “niemand las ze meer”. Hij geeft 3 goede tips hoe dit probleem te verhelpen. Het komt erop neer dat je beter niet in de reproductie stand kunt staan, namelijk “hey, Mentimeter is een handige tool!”, maar dat je aanbiedt vanuit tenminste begrip en toepassing. Om maar even vanuit de taxonomie van Bloom meerdere invalshoeken aan te bieden, in dit geval voor rijkere activiteiten (lees: bijdragen). Dat betekent voor het niveau begrip bijvoorbeeld: “hey, Mentimeter is een handige tool om leerlingen actief bij je les te betrekken!”. En voor toepassing: “hey, Mentimeter is een handige tool om in beeld te krijgen wat leerlingen met een bepaald onderwerp associëren en hier vervolgens een discussie over te starten!”.  

Over onderwijs met ICT wordt heel veel geblogd. Aan interesse voor ICT en gerelateerde onderwerpen geen gebrek. Maar er wordt op scholen ook nog steeds heel veel niet gedaan. Niet uit onwil, lijkt me, maar omdat het een tijdrovend proces is om door de digitale bomen het mooie bos nog te kunnen zien. Zou dat iets te maken hebben met de tips van Byrne? Laat ik er zelf niet achterblijven: “hey, hier 4 handige web2.0 tools waarmee je video’s relatief snel kunt ombouwen naar goede uitlegvideo’s voor je eigen lessen!”. Byrne geeft je daartoe deze ingang op zijn blog, open zijn tips hier.



(afbeelding via Pixabay.com)

En, heb je link geopend? Ja? En, heb je met een van zijn suggesties iets gedaan? Nee? Laat me raden, tijdrovend nietwaar? Maar denk eens aan de doelgroep die met jou in je klaslokaal zit (frontaal tegenover, of samenwerkende groepsvorm, zo je wilt). Die doelgroep is heel handig met ‘tooltjes’. En jij als docent heel vaardig in betekenisvolle opdrachten geven. 1 + 1 wordt hier meer dan 2, want dat is de laatste tip die ik hier van Byrne doorgeef: One way to flip the standard flipped classroom model is to have students find and annotate videos that then submit to you. Geef je leerlingen dus én deze opdracht én deze web2.0 suggesties mee.  Less is more!

woensdag 16 maart 2016

Attitude en ICT, hoe doe ik dat?

Wat doet een docent die zelfstandig, creatief en kritisch gebruik maakt van ICT bij het lesgeven en organiseren van onderwijs? Ik zag hoe het docent ontwikkelteam (DOT) van Robbin, Bert-Jan en Mitchell dit treffend aanpakten in hun lesopening met ICT in week 7 van de minor. Overigens van belang om te vermelden: bij de lesopening van de overige DOTs was ik niet aanwezig. Getuigt dan niet van een eigen professionele houding als ik er toch onderbouwde feedback op ga geven.

De start was een filmpje dat betekenisvol bleek voor 'een pakkend begin' als ook het vervolg van de les (hier: vragen over up to date blijven). Het filmpje laat zien '(how) kids react to oldcomputers’

Het filmpje is grappig, herkenbaar, duidelijk gesproken en in beeld gebracht. De reactie van de kinderen vormt de essentie. De interviewer is alleen met zijn stem aanwezig. Kortom, geen onnodige afleiding, de boodschap blijft behouden en daarmee is het een krachtig filmpje. De duur is ruim 7 minuten, maar de webtool Tubechop maakt daarvan in slechts 3 stappen een kernachtige versie. Het filmpje is een ‘brug’ naar de vervolgopdracht, waarin studenten in de klas vragen beantwoorden over het up to date blijven op het gebied van ICT in het onderwijs. 

In de didactische keuzes door het DOT is ICT te herkennen als ondersteuning van de lesinhoud: thema 4 uit de Kennisbasis ICT, didactisch handelen.

Vervolgens geeft het DOT blijk van een juiste, kritische houding als het gaat om een beargumenteerde inzet van ICT: thema 1 uit de Kennisbasis ICT, attitude. De vragen worden op papier uitgereikt, de studenten werken deze uit en mailen de antwoorden door naar het DOT. De argumentatie van het DOT om het zo aan te pakken, is dat zij nog een zekere controle (willen) hebben over de correctheid van antwoorden c.q. nettiquette. Daarbij willen zij de antwoorden een soort van onderzoeksmatig verzamelen en terugkoppelen door deze op hun eigen, openbare blog te plaatsen. In elk geval zit hier nog een herkenbaar stuk uit thema 1 ‘Attitude’ in, namelijk ‘de onderzoekende professional’.

Een kritische analyse van de resultaten of een reflectie op didactische keuzes wordt niet gegeven, maar dat was ook niet de insteek van de lesopening. Deze werkwijze is opnieuw herkenbaar in thema 4 ‘Didactisch handelen’. Zo zijn de leerdoelen van de lesopening gehaald, ICT heeft hieraan bijgedragen. Tevens is bewust gekozen voor een toepassing zonder ICT. Zo gedraagt een kritisch lerende professional zich. 

vrijdag 11 maart 2016

Digitale didactiek

ICT organiseren om te differentiëren. Thema 4 uit de Kennisbasis ICT. Hoe doe je dat? Door je lesactiviteiten af te stemmen op leerlingen met verschillende behoeften,. Geef bijvoorbeeld extra, verlengde instructie aan die leerlingen die dat nodig hebben en laat anderen zelfstandig verder werken. Of geef de leerlingen die bovengemiddeld op een toets scoren alleen de kernopgaven uit een hoofdstuk, waarbij de anderen ook de overige opgaven moeten maken. En op basis van verschil in leerstijl maken sommige leerlingen liever een mindmap dan een geschreven samenvatting van een half A4. Sommigen verkiezen het luisteren naar de uitleg van een  docent of medeleerling boven zelf de stof bestuderen. Tot zover het gedeelte ‘differentiëren’. En dan de vraag hoe je dit met ICT kunt organiseren. Dat kan met Flipping the Classroom. Dat is het principe van ‘de omgedraaide klas’. Een goed en verhelderend overzicht geeft deze infographic van Kennisnet . De afbeelding hieronder is daaruit overgenomen.


En zijn er goed bruikbare (lees: toegankelijke) webtools voor het ontwerpen van leeractiviteiten volgens dit principe? Jazeker, ik kan je hiertoe de volgende van harte aanbevelen: Zaption, Playposit(voormalig Educanon), Edpuzzle en TEDed

Ten slotte nog een gebruikerstip. Durf zelf en met je leerlingen met deze tools te experimenteren. Voor elke werkvorm geldt dat leerlingen eraan moeten wennen, dus geef niet te snel op. En voor jezelf geldt bovendien, hoe vaker je dit doet, hoe beter je er in wordt. Ik ben wel benieuwd naar je voorkeur en motivatie uit je leerpraktijk. Laat je daartoe een reactie achter?

dinsdag 16 februari 2016

Weten wat werkt met 21st Century Skills?

"Meten is weten en gissen is missen". Inderdaad, als je het hebt over de omvang van bouwstenen voor je nieuwbouwwoning. Maar wat voor digitale geletterdheid geldt, geldt ook voor 0-metingen hieromtrent: een gerapporteerde beginsituatie is een eerste bouwsteen in de weg naar verbetering. Goed dat de SLO deze visie benadrukt in haar Quicksan 21st Century Skills voor leraren. Start deze Quickscan hier.

Meest gewaardeerd op de IPON vakbeurs

Een vakbeurs kan je als bezoeker sterk het gevoel van 'verkoopbeurs' geven. Dat gevoel hield de meerderheid van de studenten wel over aan de IPON: "het was er veel minder gericht op ideeën delen en meer op het verkopen ervan".  Ook andere verwachtingen waren er omtrent de doelgroep: "voornamelijk gericht op PO". Maar zoals een goed lerende en innoverende professional betaamt, zijn de studenten goed in staat gebleken om niet alleen beperkingen rondom technologie te herkennen als ook zeker de - en ik citeer de Kennisbasis ICT - "verworvenheden van technologie". En mogelijkheden te zien om deze "te integreren in betekenisvol onderwijs" (www.10voordeleraar.nl). 

Wat waren volgens de studenten de meest gewaardeerde items op de IPON vakbeurs? Daartoe hebben we de web2.0 tool Dotstorming ingezet, die heel toegankelijk in gebruik is. Ieder om een bijdrage gevraagd in beeld (afbeelding of URL) of woord. Drie stemmen te verdelen en weldra was de ranking klaar. Een bruikbare brainstorm tool met de meerwaarde van een stemkastje. 

Op 3....Prowise: presenteren met een leermiddel dat de interactie tussen docent en leerling bevordert (niet-essentieel), een interactief leer- en presentatiemiddel met combinaties van web2.0 tools (essentieel). 
Op 2....Magister Pro: een adaptief leerlingenvolgsysteem en daardoor meer maatwerk in zorg voor de leerling en hierbij praktische tips voor de docent (essentieel). 
En meest gewaardeerd!!!...ontdekkend en onderzoekend leren met authentieke situaties in de les (essentieel) door middel van de ‘Augmented Reality Sandbox’.